Deel op facebook

Werk en inkomen

Enkele cijfers

  • In 2022 was het aandeel personen met sociale bijstandsuitkering 3,4%. Dat is een daling ten opzichte van 2021. Als we het hebben over sociale bijstandsuitkering wordt hier het (equivalent) leefloon, Inkomensgarantie voor ouderen (IGO), gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB), inkomens vervangende tegemoetkoming (IVT) en/of integratietegemoetkoming (IT) mee bedoeld.
  • In 2022 lag het aandeel werkzoekenden zonder werk in de beroepsbevolking op 4,9% in Geel. Dit betekent dat 4,9% van de mensen die een leeftijd hebben om te kunnen werken, werkzoekende is en ondertussen ook geen werk heeft. Dit cijfer is een daling ten opzichte van 2021. Mogelijks konden we in het jaar 2021 nog de gevolgen van ‘coronawerkloosheid’ zien. Als we deze groep nemen en we kijken dan naar de 15 tot 24-jarigen, dan nemen zij 11,4% van dit aandeel in. Ten opzichte van 2021 is dit een stijging. Als we kijken naar deze groep en we nemen de 50 tot 64-jaringen uit deze groep, dan ligt dit aandeel op 4,8%. Dit is ook een daling ten opzichte van 2021. Bron: stadsmonitor
  • De cijfers rond scholingsgraad leren ons dat van het aandeel werklozen er 490 laaggeschoold zijn, 406 middengeschoold en 220 hooggeschoold.
  • Het aandeel werkzoekenden zonder werk die langdurig (1 jaar of langer) werkzoekend zijn ligt in Geel op 53% in 2022. Dat is een daling ten opzichte van 2021. Voor het Vlaams Gewest ligt dit cijfer op 53,4%. In mei 2023 waren er 129 werkzoekenden zonder werk in Geel die op lange termijn niet inzetbaar zijn. 121 waren in opleiding met voortraject. Een voortraject is een traject van de VDAB om iemand voor te bereiden op een specifieke VDAB-opleiding. 866 waren in bemiddeling. Bron: VDAB

De noodzaak van een goed inkomen en de gevolgen bij tekorten

Het beschikken over een (goed) inkomen is nodig. Het stelt mensen in staat om te (over)leven, deel te nemen aan activiteiten (hier wordt vaak op bespaard), uitgaven te dekken, te zorgen voor een goede gezondheid, een woning te huren en alle rekeningen die daarbij horen te betalen.

Dit zijn allemaal zaken die maken dat mensen kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven.

  • Gezonde voeding kunnen kopen om gezond te blijven. Vervoer kunnen betalen zodat je mobiel blijft.
  • Activiteiten, uitstappen,… kunnen doen zodat je sociale contacten kan onderhouden.
  • De schoolrekeningen kunnen betalen zodat kinderen zorgeloos kunnen studeren,…

Wanneer je inkomen ontoereikend is, gaan mensen op één of meerdere zaken bezuinigen. Dat zorgt er dan voor dat er minder kwaliteit van leven is. De keuzes die gemaakt moeten worden zorgen voor stress. En wanneer er een bepaalde keuze gemaakt wordt, heeft dit altijd effect op andere levensdomeinen. Armoede is een echt kluwen.

Minder inkomen heeft een rechtstreeks gevolg op een ziektesituatie.  Mensen die een tekort in hun inkomen ervaren, stellen zorgen zoveel mogelijk uit om andere zaken te kunnen betalen.

Mensen die ervaren dat ze te weinig inkomen hebben, laten activiteiten buitenshuis vaak links liggen. Hierdoor zijn er weinig sociale contacten en geraken ze in een isolement.

Er heerst een gevoel van schaamte. Mensen in armoede hebben het gevoel dat ze worden gezien als profiteurs omdat ze niet of minder bijdragen aan de maatschappij.

Mensen in armoede ervaren een constante stress. Ze zijn constant bezig met de eindjes aan elkaar te knopen. Dit zorgt voor een enorme mentale belasting.

Al deze zaken maken dat mensen die ervaren dat ze te weinig inkomen hebben heel wat gevolgen hebben op vlak van hun (fysieke en mentale) gezondheid.

Mensen geven aan dat ze een algemeen gevoel van ongenoegen hebben. Er is een algemeen gevoel van minderbedeeld te zijn dan anderen. De oneerlijkheid dat sommige mensen te rijk zijn, dat nieuwkomers sneller en meer krijgen, dat armen in de kou blijven staan.

Vervangingsinkomens

Vervangingsinkomens zijn niet voldoende om volwaardig deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven.

Als het over inkomen gaat is er heel veel onduidelijkheid over systemen van bijvoorbeeld uitkeringen (wie krijgt wat). Er is ook onduidelijkheid over de wachtlijsten van sociale huisvesting (wie krijgt voorrang?) en daarnaast is er ook heel wat onwetendheid over belastingsystemen en bijdragen. Al deze onduidelijkheid en onwetendheid zorgt ervoor dat mensen met een algemeen misnoegd gevoel achterblijven.

Mensen in armoede geven zelf aan dat geld geven alleen niet zaligmakend is. Er is ook voldoende begeleiding nodig voor diegenen die niet geleerd hebben om met geld om te gaan of voor diegenen die het moeilijk hebben om met geld om te gaan.

Werk als bron van inkomsten

In onze maatschappij is het hebben van werk nog steeds een belangrijke bron van inkomsten. Bij gebrek aan werk is er een gebrek aan inkomsten. Dat heeft wel wat gevolgen. Het wordt voor mensen moelijker om rekeningen te (blijven) betalen. Een financiële buffer aanleggen is niet mogelijk.

Voor mensen in kwetsbaarheid is het vaak lastig om een duurzame job te vinden. Solliciteren is op zich al een moeilijke klus. Een vast contract te pakken krijgen is al helemaal moeilijk. Mensen in kwetsbaarheid blijven dan steken in interimcontracten. Dit maakt hun kansen op de woningmarkt dan weer kleiner (geen lening kunnen aangaan of de huurbaas vraagt een vast contact bij een werkgever).

Werk is meer dan werk alleen

Voor kwetsbare mensen is het hebben van werk zeer belangrijk. Werk zorgt voor geld. Bij gebrek aan geld staan quasi alle andere levensdomeinen op de helling.

Maar werk is ook meer dan een bron van inkomsten. Het gaat ook om actief te kunnen blijven, het hebben van sociale contacten, je nuttig voelen, ervaring opdoen voor de toekomst, het gevoel gewild en capabel te zijn.,… Het gaat om het hebben van een bepaalde status. Wanneer iemand geen werk heeft, is de kans op depressiviteit groter.

Nieuwkomers geven aan dat het voor hen een manier is om de Belgische cultuur te leren kennen en de taal te leren.

De zoektocht naar werk

Mensen geven aan dat het in hun zoektocht naar werk niet altijd duidelijk is waarom ze een bepaalde job niet krijgen. Ze missen hierin duidelijk feedback.

Ook is het voor kwetsbare mensen moeilijk om een job te vinden die te combineren valt met het gezin. Vaak hebben deze mensen geen netwerk waar ze op terug kunnen vallen voor de opvang van de kinderen. De buitenschoolse opvanginitiatieven zijn niet aangepast aan de individuele behoeften van elk gezin. Dit zorgt er dan vaak voor dat één ouder thuis moet blijven en hierdoor een inkomen mist.

Een andere drempel waar mensen in kwetsbaarheid op botsen is de ervaring die steeds gevraagd wordt. Als je nergens de kans krijgt om ervaring op te doen, kan je ook nergens ervaring voorleggen.

Een andere drempel die ervaren wordt door nieuwkomers is het feit dat hun diploma vaak niet wordt erkend in België. In hun land van herkomst deden ze vaak een job volgens hun diploma. Hier zijn ze verplicht om soms jobs aan te nemen die lager liggen dan hun capaciteiten. Dit geeft ook weer een deuk in het zelfbeeld. Het is voor mensen dan frustrerend om helemaal onderaan de ladder te moeten beginnen.

Sommige mensen nemen de beslissing om terug te gaan studeren om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Ze moeten hier soms voor aankloppen bij het OCMW om hun studies te laten betalen. Wanneer men dan een hobbelig parcours kent tijdens de studies, kan het OCMW beslissen dat men niet mag verder studeren. Dit zorgt ervoor dat mensen het gevoel hebben niet te mogen ontwikkelen op het eigen tempo en dat de druk hoog is. Mensen voelen dan snel de druk om te gaan werken via artikel 60.

Werken via artikel 60 is ook niet altijd een ideale oplossing. Wanneer men zes maanden via artikel 60 werkt, vallen heel wat rechten weg (zoals sociaal tarief). Toch betekent een job via artikel 60 niet dat je een hoog inkomen hebt. Door de rechten die ze dan missen valt het leven soms duurder uit dan als men niet zou werken.

Gelijke kansen op de arbeidsmarkt?

Kwetsbare mensen geven aan dat ze niet altijd het gevoel hebben dat er gelijke kansen zijn op de arbeidsmarkt. Ze hebben het gevoel dat ze vaak stoten op het vooroordeel dat ze een luierik of profiteur zijn. België werkt vanuit het solidariteit principe waardoor je vaak als ‘mindere’ wordt bekeken als je geen bijdrage levert aan de welvaart. Mensen in kwetsbaarheid willen wel bijdragen, alleen is het voor hen niet altijd makkelijk om aan werk te geraken.

Ook door taalverschillen ervaren nieuwkomers heel wat drempels op de arbeidsmarkt. Contact met collega’s is moeilijk omdat deze bijvoorbeeld dialecten praten. Voor sommige jobs is het belangrijk dat er ook geschreven wordt (bijvoorbeeld in de horeca wanneer er bestellingen worden opgeschreven). Sommige mensen voelen zich ook minder veilig omdat men de andere collega’s niet kan verstaan als deze willen waarschuwen voor bijvoorbeeld gevaar. Dit zorgt er allemaal voor dat mensen een afstand voelen ten opzicht van hun job. Toch vinden ze werken een mooie kans om Nederlands te oefenen.

Deel op facebook